Het ‘volksgericht’ te Niebert in 1927 Wat is een volksgericht Als de bevolking van een dorp in opstand komt tegen een op meerdere dorpelingen en zelf voor rechter gaat spelen, spreken we van een volksgericht. Hierbij is er geen sprake van een juridische procedure of een echte rechtspraak, maar is het bedoeld om voor het oog van de buitenwereld een oordeel te vellen voor het rechtvaardigheidsgevoel van de gemeenschap. Er komt dus in het geheel geen politie of rechter aan te pas. Meestal is er ook geen sprake van een vorm van verdediging en vaak is de beschuldigde zelf niet eens aanwezig.
Het boerderijtje te Niebert waar het volksgericht zich afspeelt. Foto: 1928. Bron: Fotocollectie Het Leven (1906-1941).
Kort na de bevrijding van de Tweede Wereldoorlog zijn er mensen te kijk gezet, besmeurd of beschimpt en door het dorp gereden en gedreven, kaalgeschoren zelfs. Daarbij is het dan vaak gegaan om een meisje of een vrouw die een relatie heeft gehad met een Duitse soldaat. Ook de vernedering van deze moffenmeiden kan gezien worden als een volksgericht.
Foto links: Harm Tjerk Boonstra, bijnaam 'Harm Snoetje' (13-12-1891/17-07-1951). Foto: 1928. Bron: Fotocollectie Het Leven (1906-1941).
Het volksgericht te Niebert Een bekend volksgericht in de provincie Groningen is het volksgericht van Niebert geweest. Een en ander speelt zich af in 1927, waarbij een nog jonge vrouw Taekje Keizer (1895-1948) met zes kinderen door haar man, die als bijnaam 'Harm Snoetje' met zich meedraagt, slecht wordt behandeld. Zij besluit haar man te verlaten en trekt al in 1926 bij de 30-jarige ongehuwde veekoopman Harm Sjoerds (1889-1976) in, die een neef is van haar man, waar ze zijn huishouding op zich neemt. De dorpsgemeenschap spreekt er schande van en vindt de verhouding tussen Harm en de vrouw ongepast. De inwoners besluiten beiden te gaan bestraffen.
De eigenlijke aanleiding is dat Taekjes echtgenoot in beschonken toestand zijn vrouw wil terughalen en dreigt zich door de tram te laten overrijden. Hij gaat zelfs op de rails liggen, maar het blijkt dat de laatste tram al langs is geweest. 'Harm Snoetje' slijpt zijn mes op de rails en zegt: "Dan snijd ik mij den kop af". Taekje lijkt in het geheel niet onder de indruk te zijn en laat haar man achter op de tramrails.
De fiets van 'Snoetje' staat de volgende dag nog steeds bij het huis van neef Harm Sjoerds, maar is zelf onvindbaar. Ook vindt men zijn pet nog bij de rails. Taekje meldt zijn verdwijning nog bij de burgemeester van Marum die probeert om Taekje weer terug te krijgen bij haar man. Het antwoordt van haar is: "Ik ga niet meer naar mijn man terug, want die kan mij het niet zoo goed geven als Harm'. Boonstra blijft drie dagen spoorloos en er gaan geruchten dan Taekje en zijn neef hem wel vermoord zullen hebben. Dat is voor de gemeenteveldwachter en de marechaussee aanleiding op zoek te gaan naar 'Snoetje'. Ze vinden het tenslotte op de zolder van zijn woning.
De tram en de tramrails te Niebert vlakbij het postkantoor (tramlijn Drachten-Groningen), foto: 1914.. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Op 18 juni, een week later, volgt een samenscholing van beschonken en baldadigde jongeren bij het huis waar Harm Sjoerds en Taekje verblijven. Later die avond trekt een menigte naar de woning van Harm en de vrouw en brengen daar een ‘serenade’, door de schreeuwen, te schelden en met deksels en pannen een hels kabaal te gaan maken. Men hoopt dat de veekoopman naar buiten zal komen, maar dit gebeurt echter niet. De menigte buiten groeit aan tot wel 300 personen en gaan de woning ‘bombarderen’ met stenen. Alle ruiten en roeden van het voorhuis worden verbrijzeld en ook de blinden van de ramen worden stuk gegooid. Verder moeten ook veel dakpannen het ontgelden.
Dan gebeurt het onvermijdelijke: de achterdeur wordt ingetrapt en beide slachtoffers worden met geweld naar buiten gesleept, maar niet voordat er over en weer wordt geschoten. Harm heeft een revolver met slechts een paar kogels en raakt niemand. Een van de bedreigers schiet met een jachtgeweer. Ook nu wordt niemand geraakt, wel vindt men later de huls. De kinderen jammeren hevig, maar ondanks dat worden man en vrouw meegenomen. Als ze beiden eenmaal volledig in hun macht hebben, worden ze allebei van hun kleren ontdaan en dwingt men hen volledig naakt over de weg te gaan lopen. Om de kroon op het werk te zetten, worden de slachtoffers vervolgens met emmers water overgoten. Daarmee is het rechtsgevoel van de vandalen blijkbaar bevredigd, althans hun woede en wraaklust raakt bekoeld.
De voormalige Marechausse Kazerne in Marum. Bron: Ansichtkaart, Marechausseesporen.nl.
Een zevental dorpelingen moeten zich later in verband met deze zaak voor de rechtbank in Groningen verantwoorden. Bij de behandeling van de zaak blijkt namelijk dat de vrouw in de avond van de geweldpleging naar de marechaussee kazerne in Marum is gefietst om hulp te halen. De wachtmeester ter plaatse heeft destijds echter te kennen gegeven dat het oproer hem niet heeft verwonderd en dat hij het al eerder verwachtte. Hij zou er over na gaan denken of hij te hulp zou schieten, maar er heeft zich geen marechaussee laten zien.
Pas na tien dagen maakt wachtmeester Abraham Bouman proces verbaal op tegen de aanstichters van het geweld. Mogelijk verdwijnt daarmee de zaak in een bureaulade, ware het niet dat dagblad ‘Het Volk’ die de nalatigheid van de marechaussee benadrukt, waardoor de rel zich uitbreidt als een olievlek. De politie, de burgemeester, de Koninklijke Mareschaussee en de Commissaris der Koningin worden erbij betrokken en er zullen Kamervragen komen.
Foto links: E. Renkema, een van de veroordeelde mannen in de rechtzaak van Taekje. Foto: 1928. Bron: Fotocollectie Het Leven (1906-1941).
De rechtszaak Het OM betreurt het nadrukkelijk dat de marechaussee niet op het slagveld is verschenen en niet voldaan heeft aan het verzoek om te hulp te komen. Zouden ze dat wel hebben gedaan, dan was het woeste en ergerlijke toneel wel achterwege gebleven. Een beklaagde wijst erop dat de dorpsgemoederen aan het gisten waren gemaakt door de hun inziens ongepaste verhouden tussen Harm en zijn ‘huishoudster’. De officier is echter van mening, dat het beledigde rechtsgevoel van de dorpelingen, maar meer hun belustheid op een relletje en zucht tot baldadigheid de oorzaak van het oproer is geweest. Het OM eist 3 tot 8 maanden cel tegen de zeven verdachten; dat zijn o.a. de jager Willem Boerema, die ten onrechte als dader is aangewezen; vijf van de verdachten zijn H. Mertens, I. Mertens, H. van der Sluis, E. Renkema en P. Klinker.
Er worden zelfs Kamervragen gesteld. Het soc. dem. Tweede Kamerlid Schaper heeft aan de ministers van Justitie en van Oorlog gevraagd een onderzoek in te gaan stellen tegen de marechaussee en voornamelijk opperwachtmeester C. Toxopeus. Hij vraagt of het waar is dat deze antwoordde op haar vraag om te komen: “Het spijt me, dat dat niet al veel eerder gebeurd is”. Daarop vraagt Taekje: “Komt mijnheer nu of niet?”. Toxopeus: “Dat zal ik nog wel eens zien”. De marechaussee heeft zich echter niet laten zien en dus wil kamerlid Schaper weten, of de marechaussee daarmee haar plicht heeft verzuimd. Zij zijn ervoor om de burgers te beschermen tegen lijf en goederen. Hij vraagt de minister om maatregelen tegen de marechaussee te gaan ondernemen.
Taekje Keizer (1895-1948) en Harm Boonstra (1890-1951)
Foto links: Taekje Keizer. Bron: krantenknipsel onbekende krant van 1928.
Taekje Keizer, dochter van Sijbrandus Keizer, arbeider, 55 jaar en Sapke Oldenburger, wordt geboren op 22 augustus 1895 te Opende, gemeente Grootegast [13] en huwt 15 maart 1913 koopman Harm Boonstra, zoon van Tjerk Boonsta, koopman en Aaltje Heuker, winkelierster. Taekje is werkvrouw, 17 jaar en geboren te Grootegast. Harm is 21 jaar, koopman en geboren in Tolbert, gemeente Leek op 3 december 1891 [14] [18]. Harm Boonstra komt uit een gezin van twaalf kinderen.
Weer een jaar later komt weer een zoontje ter wereld die weer de naam Tjerk meekrijgt. Deze Tjerk wordt geboren 22 april 1915 te Zevenhuizen [3].
Rustplaats van onze dochter, pleegdochter en zuster Sapke Boonstra, geboren te Zevenhuizen, 21 augustus 1916, overleden te Niebert, 12 juli 1933. T. Keizer, H.S. Boonstra, broers en zusters. Bron: graftombe.nl.
Op 21 augustus 1916 wordt te Zevenhuizen een dochter geboren die de naam Sapke krijgt [2]. Ze overlijdt jong op 22 juli 1933 te Niebert en is dan nog maar 16 jaar [7]. Dochter Aaltje wordt geboren 22 juli 1918 te Zevenhuizen [9]. Aaltje overlijdt na vier maanden op 3 december 1918 [10. Op 17 oktober 1919 komt zoontje Siebrand in Zevenhuizen ter wereld [8] en op 28 oktober 1920 komt zoon Luitzen ter wereld. Vervolgens wordt op 18 januari 1922 zoontje Lubbe geboren. Hij wordt chauffeur en huwt op 21-jarige leeftijd Maaike de Roos, 21 jaar, geboren te Opende, dochter van Luitzen de Roos, landarbeider en Bijlke de Jong [11]. Het is 15 september 1923 als er nog een dochter komt te Een, gemeente Norg. Zij krijgt de naam mee van de eerder overleden dochter Aaltje in 1918. Ook deze Aaltje wordt niet oud. Ze overlijdt 26 november 1945 als ze 22 jaar is [19]. Als laatste wordt zoon Tjerk te Zevenhuizen geboren.
Op 15 januari 1948 overlijdt hun dochter Grietje als ze 18 jaar (1930) oud is [4]. Cornelis Wijkstra blijft achter als weduwnaar, waaruit dus blijkt dat Grietje erg jong in het huwelijk is getreden. De vader van Grietje, Harm Boonstra, wordt nu niet meer koopman genoemd, maar landarbeider. Op 9 november 1940 treedt Siebrand Boonstra (1919), fabrieksarbeider op 21-jarige leeftijd te Zevenhuizen in het huwelijk met Geertje Stobbe, 18 jaar, geboren te De Wilp, gemeente Marum, zoon van Sietse Stobbe (arbeider) en Atje Sibma [16]. Het wordt 6 december 1940 als de huwelijksakte tussen Taakje Keizer en Harm Boonstra (arbeider) wordt aangepast. De rechter heeft op 24 mei 1935 verklaard dat het huwelijk is ontbonden en op 20 november 1940 wordt door de griffier verklaard geen aantekening van verzet is geschied [17]. Op 22-jarige leeftijd overlijdt de tweede dochter met de naam Aaltje die geboren is in Een in de gemeente Norg. Ze overlijdt in de gemeente Marum 24 november 1945 [5].
Afb. links: Rustplaats van Taekje Keizer. Bron: Graftombe.nl.
Harm Boonstra (Snoetje), zoon van Tjerk Boonstra en Aaltje Heuker overlijdt op 59-jarige leeftijd op 17 juli 1951 te Zevenhuizen. Hij is dan al gescheiden van Taekje [12].
Op internet vinden we ook Luitzen Boonstra (1920-1973), die ook gehuwd moet zijn (geweest). Het gaat hierbij om de zoon van Harm Boonstra en Taekje Keizer, geboren op 28 oktober 1920.
Opmerking: 'Ik heb met genoegen het stuk over de beide Harm Boonstra’s gelezen Maar er zijn nog een aantal dingen die niet kloppen ten eerste de foto Van Harm (snoetje) dat is dus niet Snoetje maar zijn neef Harm. En ook Grietje Boonstra is geen kind van snoetje maar van zijn neef Harm. En dit weet ik zeker want zij was mijn vader z’n moeder.'
|